De laatste keer dat ik SC Veendam bezocht

De laatste keer dat ik SC Veendam bezocht, uiteraard tegen SC Cambuur, was aan het eind van seizoen 2010/2011, Cambuur streed nog volop voor een nacompetitie plek om promotie, terwijl Veendam om des keizers baard speelde.

Deze wedstrijd zat ik overigens eens niet in het uitvak maar op de hoofdtribune, een dorpsgenoot van mij had via zijn werk ‘VIP’ kaarten gekregen. Het bleek gelukkig VIP in al zijn eenvoud, zoals dat past bij deze club. Op de hoofdtribune was er helemaal niets van te merken en binnen bleek het VIP gedeelte één grote ruimte te zijn zonder poespas, alleen enkele genodigden en hoofdsponsor Gjaltema hadden hun eigen hoek, typerend genoeg niet afgescheiden door een schuifwand of muur, maar slechts door een paar hoge plantenbakken, wat amper een scheiding genoemd kon worden. Het gaf wat mij betreft perfect het ’doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ karakter van deze club weer. De heer Gjaltema himself, als enige aan de genodigden tafel niet in pak, zat tevreden nonchalant met een sigaretje en borreltje, en leek zich te wanen in zijn favoriete stamkroeg.

Zoals gewoonlijk hadden we het weer eens knap lastig aan de Langeleegte, ondanks een 0-1 voorsprong was het in de tweede helft, via een hard schot van 25 meter, niemand minder dan de verder zelden scorende Veendamse cultheld Angelo Cijntje die de 1-1 eindstand bepaalde.Het laatste officiële doelpunt wat ik dus in de Langeleegte zag, bleek dus achteraf van Angelo Cijntje te zijn, voor vele kolonisten het boegbeeld van SC Veendam na de millennium wisseling en voor mij een prachtige afsluiter.

Na afloop van deze wedstrijd bleef het nog lang gezellig in de Langeleegte, ondervonden we hoe gemoedelijk het er tweewekelijks aan toe kon gaan in het sponsor home waar ook veel supporters gezellig langskwamen, er geen aparte VIP ruimtes meer waren, maar iedereen met iedereen kon praten, inclusief spelers en trainers. Zelfs de, helaas overleden, excentrieke trainer Fritz Korbach was deze avond ook nog van de partij. Wij hadden een grote staantafel ons eigen gemaakt en een kostelijke avond met de vrouw van de toenmalige hoofdtrainer van Cambuur, ze beschikte over een gezonde dosis Brabantse humor, was niet bij onze tafel weg te slaan en merkte aan ons Friezen dat niet alleen in Brabant de nachten altijd lang duren.

Het was eigenlijk de Langeleegte ten top, ons kent ons, niemand is meer dan een ander en in deze ambiance waande je eigenlijk meer in de voetbalkantine van je eigen dorpsclub dan een sponsorhome van een betaald voetbal organisatie. Verderop zat nog steeds Koos Gjaltema, in alles antiheld, genietend aan zijn peuk te hijsen en hij zag dat het goed was.

Op een gegeven moment, ver na twaalven, toen Veendam trainer Joop Gall toch nog even aandacht wilde en op de tafel ging staan om zijn niet bijster indrukwekkende zangtalenten ten gehore te brengen, was dat voor ons het sein om weer eens richting Friesland te gaan.

Alvorens voor de hoofdingang de auto in te stappen, keek ik nog één keer naar de hoofdingang en de feestende menigte daarboven, en besefte ik dat Veendam een unieke club is in zijn soort, wars van allures en kapitalisme en ver weg van de oliesjeiks en het miljoenenbal van de Champions League. SC Veendam, een club die gekoesterd moet worden.

 

10455122_840729426048034_4190179056525733889_n

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.